11/09/2025
HERRIE IN MONKEY TOWN
In een ver verleden, toen onze kindjes klein waren, kon ik wat centjes bijverdienen met werk in een loods, waar een jonge ondernemer allerlei kleurrijke klimtoestellen aan elkaar gemonteerd had staan. Mijn taak daar was om vangnetten om die stellages te spannen. Met tyraps. Opdat bezoekende spelende kinderen niet uit die stellages konden vallen. Best een behoorlijk verantwoordelijke taak, vond ik zelf.
Ik had niet bepaald een goede indruk over dit nieuw soort kindervermaak. Daar bedoel ik mee, de plateaus waar de jonge klimmertjes overheen gingen lopen en kruipen, waren dermate hoog geplaatst, dat ik er weinig vertrouwen in had om mijn bloedeigen kinderen in dit zogenoemd avonturenland los te laten. Geen denken aan.
Zoals wel vaker, zat ik er met mijn mening weer eens ver naast. Binnen no-time was dit concept een regelrechte hit in de verre omtrek. Je kon er zelfs kinderfeestjes organiseren, wat mijn vrouw weer een heel goed idee vond. Vooral om ranja-op-de-vloerbedekking-knoeiende-kinderen buiten de deur te houden.
Toen uiteindelijk bleek dat het er allemaal best veilig was (lees: de netten waren dus heel goed vastgemaakt), zag ik er inmiddels ook de voordelen van in. Dat wil zeggen: ik hoefde geen stomme spelletjes als koekhappen, speurtochtjes of knutselgedoe te faciliteren. Alleen maar een stel uitgelaten kinderen naar die loods brengen en wat later diezelfde lading uitgeput thuisbrengen. Wat een uitkomst!
Verschillende andere loodsen of hallen werden in navolging eveneens omgetoverd tot zo'n kinder-speelparadijs. Met achteraf blijkbaar verschillende namen. Bij ons in de buurt is er ook één, Monkey Town geheten. Maar ten tijde dat dit nog een tennishal was, waren onze kinderen dit vermaak inmiddels allang ontgroeid. Ik hoefde er dus even niet meer naartoe.
Maar ja, kinderen worden groot. Die van ons (godzijdank) ook. Gaan een eigen leventje leiden, huisje-boompje-beestje, u kent dat wel. Wij mogen ons inmiddels ook gelukkig voelen met een aantal kleinkinderen. Die soms, als ze bijvoorbeeld een weekend bij opa en oma logeren en ze alle speeltuintjes uit de buurt wel gezien hebben, aan een ander soort vertier toe zijn.
Tja, en dan kan het zomaar zijn dat je je opnieuw voor de deur van zo'n tot speelparadijs omgebouwde hal terugvindt, met aan je hand een stuiterende peuter, die jou naar binnen trekt om zich zo snel mogelijk onder te dompelen in klim-, en klautergeweld. Toen ik de gillende kinderen binnen ontwaarde, had het niet veel gescheeld, of ik was linea recta naar huis gereden. Oma moest mij tegenhouden.
Gelukkig hadden ze hier rekening mee gehouden dat kleine peuters en dreumesen niet in die hoge stellages horen te klimmen. Voor deze aspirant-klimgeitjes was er een speciale hoek ingericht. Met één-verdiepingstoestelletjes, een niet te hoge glijbaan en vooral: voor ouders, begeleiders en grootouders makkelijk te bereiken plekken om het kroost eventueel op te vangen of te ondersteunen.
Om even bij te komen of te verpozen zijn er tafels en stoelen neergezet en is er gelegenheid tot het nuttigen van iets te drinken, of te eten/snoepen. En omdat ik samen met Rian onze oudste kleindochter naar deze speelhal hadden meegenomen, konden we om b***ten met de kleine meid in die hoek spelen. Ik offerde mezelf op om als eerste koffie te gaan drinken.
Terwijl ik van een lekker bakkie en een gevulde koek zat te genieten, schoot er een vluchtige herinnering door mijn hoofd. Een herinnering die ik eigenlijk verdrongen leek te hebben. Het kwam namelijk destijds heel af en toe voor dat er een paar raddraaiertjes bij waren die andere kinderen gingen uitdagen en er dan weleens kleine duw/vechtpartijtjes ontstonden.
Ik moest er niet aan denken dat ik op mijn oude dag nog vechtende snotneuzen uit elkaar moest zien te houden. Maar ach, schatte ik de aanwezige jonge klantjes zo in, dat zal hier en nu zeer waarschijnlijk wel meevallen. Dus toen ons Rian aan de b***t was om even op adem te komen, sprong ik enthousiast over de kussen-rand om kleindochter op de glijbaan te helpen.
Ik leek me geen zorgen te hoeven te maken. Peuters en dreumesen van deze leeftijd kijken wel naar elkaar, maar hebben meestal geen behoefte om samen te spelen, laat staan elkaar uit te dagen en een robbertje te gaan knokken. Er was dus niks aan de hand... tot dat ene jongetje naast onze kleindochter ging zitten.
Hij was duidelijk iets ouder. Aandachtig keek hij naar de loshangende krulharen van het meisje. 'Ach, kijk hem nou', dacht ik nog. 'Misschien is ie al een beetje verliefd? Schattig toch?' Dat moest ik oma laten zien wanneer ze terug van toiletbezoek was. En juist op dat moment ging zijn handje naar de blonde lokken van kleindochter...
Tot mijn grote ontsteltenis 'aaide' hij niet over haar mooie haren, maar trok er een paar tellen lang hard aan! Liet het toen los en bleef heel verbaasd zitten kijken waarom de kleine meid het op een huilen zette. Snel schoot ik erheen om haar te troosten. Intussen dodelijke blikken naar het baldadige rotjong uitzendend.
Echt, heel even dacht ik eraan om hetzelfde bij dat menneke te doen. Toch leek het me beter om te wachten tot er een oplettende moeder zelf die snotaap tot de orde kwam roepen, maar terwijl de tranen nog rijkelijk over de wangen van onze kleindochter stroomden, kwam geen enkele ouder of verzorger opdagen. Die was zeker gauw 'even gaan plassen'?
Al met al was dit, buiten genoemd incident, een mooie en gezellige hernieuwde kennismaking met het fenomeen overdekt-kinder-speelparadijs. Waarschijnlijk zal er, net als in den beginne, in het huisreglement geschreven staan dat er in geval er een kleine schermutseling voorvalt, niet voor eigen rechter gespeeld mag worden. Oké dan.
Restte mij niets anders dan tranen te drogen en mijn beklag te doen bij Rian, toen die weer terug was. Oma daarentegen, was minder rancuneus naar de kleine harentrekker: 'Tja Jack, dat geb***t nou eenmaal onder kinderen. En bovendien, wat had je hier bij Monkey Town trouwens willen doen? Dat kind een lel om zijn oren verkopen?'
Onvoorstelbaar toch? Dat Rian vaak precies weet wat ik denk? Want onder ons gezegd en gezwegen, een lel om zijn oren geven was wel het minste wat ik voor dat jong in petto had.
Monkey Town