09/07/2025
Afgelopen weekend werd ik gewezen op het album 'Halo on the Inside' van Circuit des Yeux. Ik had nog nooit van die artiest gehoord, en dat blijkt een gemis. Want die plaat hakt erin. Omdat ik jullie een goeie indruk wil geven heb ik enige recencies vertaald en samengebracht in onderstaande beschrijving, waar ik mijzelf ook in kan vinden. Daar komt ‘ie dan.
'Halo on the Inside' is een ronduit overweldigend. Dissonante strijkers zwellen op en maken plaats voor kolossale synthesizers, hectische geprogrammeerde beats en dan die stem van Haley Fohr! Die ongelofelijk facinerende flexibele stem, die met name vier octaven kan overbruggen. Het is Circuit des Yeux in de vorm van industriële dancemuziek: smerig, kolossaal en wemelend van duisternis. Haar indrukwekkende stem torent boven het bombast uit, theatraal en macaber, een kwaliteit die altijd al aanwezig is geweest in haar alt, maar nooit zo bombastisch.
Ze schreef het album in haar eentje, onder de deken van de nacht. Het is een eenzame plaat over een onmerkbare metamorfose, die put uit een zwaarder elektronisch palet dan ooit tevoren. Acht maanden lang sloot ze zich daar op en begon aan lange, nachtelijke schrijfsessies. Net als de hoes van de plaat leefde ze in een vacuüm, nieuwe geluiden, synthesizers en delen van zichzelf verkennend. Tijd en plaats worden wankel als je de hele nacht alleen doorbrengt in een kamer zonder ramen. Fohr vond kracht in die veranderde staat van isolatie. De kelder werd een creatieve cocon, een plek om zichzelf te herontdekken.
Muzikaal is die heruitvinding duidelijk te zien in de gedurfde wending van de plaat naar tinten industrial, rave, gothic en pikdonker drama. Haar vorige plaat, ‘-io’ uit 2020, was een spektakel. Met zijn orkestrale reikwijdte maakte ze de verpletterende leegte van verdriet tastbaar. 'Halo on the Inside' kiest daarentegen voor beestachtige lichamelijkheid en is nog grootser dan wat er eerder was. De studie van Fohrs innerlijke wereld is kosmisch van omvang. Dat zou een indrukwekkende luisterervaring kunnen opleveren, dus het is indrukwekkend dat de plaat ook haar meest direct geliefde verzameling nummers is.
Vanaf de eerste paar seconden van openingstrack ‘Megaloner’ is 'Halo on the Inside' meteen minder bezig met Fohrs gitaar en de orkestrale arrangementen die op haar voorgaande album ‘-io’ worden uitgelicht. In plaats daarvan wordt de aandacht verdeeld tussen haar spookachtige stem en een reeks synthesizers, allemaal geschikt voor een zweterige kelder met betonnen muren. De percussie, die bestaat uit knokkels, stormdrums en drummachines, is diep en luid, rammelt in koptelefoons en bonkt regelmatig boven de mix uit. Het boort zich een weg in je hoofd en transformeert van binnenuit.
Fohrs teksten functioneren vaak minder als liedjes en meer als gedichten, weergaven van tragische transformaties en emotionele kruispunten. Van een minder zelfverzekerde artiest klinkt haar schrijfstijl misschien afgezaagd, maar vocale experimenten vormen Fohrs kracht. De kneedbare en pakkende voordracht in de kern van het album stuwt de muziek vooruit en vindt zichzelf vaak halverwege het nummer opnieuw uit.
De grootste experimentele swing is misschien wel 'Truth', een gothic dance-nummer dat rust op een verlichte centrale zin: "truth is just imagination of the mind". De groove is strak en stuwend, met zijn slapbas, handpercussie en lagen echo – maar wederom is het Fohrs centrale aanwezigheid die het nummer doet werken. Ze is gedurfd en toegewijd als performer, graaft zo nodig tot het uiterste in haar bereik, of zingt met giftige stoten. En hoewel het misschien niet de aardse ether bereikt, zou het tijdens de bloedige rave in Blade een schot in de roos zijn.
Maar de meest opvallende compositie van het album is toch wel het magnifieke zes minuten durende "Skeleton Key". Het nummer begint met een echo van Scott Walkers "The Electrician" en observeert de dynamiek van verleiding, transformeert in de zachte verfijning van een David Sylvian-nummer, voordat het halverwege plotseling overgaat in een grimmige, gothic rockaanval met hamerende drums en gierende metalgitaren, waarbij Fohrs diepe stem elke weerstand overstemt: "Enter the Room of nothing! / Enter the Room of me! / And there: trust me!" Het is een absoluut betoverend nummer waarvan de kracht zich moeilijk laat beschrijven. Hier kanaliseert Fohr een energie die het fysieke rijk overstijgt, een mythisch wezen buiten de tijd, dat net zo goed Pan, Samael, Satan of simpelweg Mens had kunnen heten.
Het zesde nummer van de plaat, ‘Cathexis’, is in wezen Fohrs versie van ‘Waking the Witch’ van Kate Bush, waarin gefluister ronddwarrelt als bulderende winden langs de kliffen.
Tegen het einde van de plaat wordt de horror allesoverheersend. Het album eindigt met 'It Takes My Pain Away', een broodnodige uitademing, waarin een prachtige akkoordsequentie bij elke herhaling nieuwe lichtpuntjes onthult. Het dreunende orgel eronder is traag en zwaar, troostend in zijn omhullende gewicht. Fohr wordt een verschijning, haar stem uitgerekt tot een hese textuur terwijl ze terugkeert naar de buitenwereld. "Halo on the Inside" is een album dat alleen een gevestigde naam zou kunnen worden als een artiest de tijd krijgt om te ontdekken en het budget heeft om zijn verheven ambitie waar te maken. In die geest is het een casestudy van wat er mogelijk is als je je creatieve impulsen zonder beperkingen volgt.
Hoewel de arrangementen een indrukwekkend gewicht hebben en er eindeloze lagen te ontwarren zijn, komen de grootste schatten uit de beleving van de maker zelf. Het innerlijke wordt naar buiten geduwd, ten behoeve van alle luisteraars.