
08/08/2025
Roermond,
8 Augustus 2025
Column Jaargang 1 - Nr 2
Echt Goud Vreest de Smeltkroes Niet
Donderdagavond. Met een kop thee in de hand viel ik midden in de film Man of Tai Chi, een moderne Martial Arts-film vol klassieke elementen met Keanu Reeves in de hoofdrol. We zien een wijze meester, een serene tempel, een getalenteerde leerling, en zoals zo vaak: een worsteling tussen traditie en moderniteit. Tiger Chen, de jonge leerling, verlaat het traditionele pad om zijn kunde te gebruiken in commerciële gevechten. Niet uit ego of misschien toch wel, maar om ieder geval de tempel van zijn meester te redden. Twee paden, één doel.
Opvallend was ook de verschijning van Iko Uwais, de Silat-acteur die een kleine maar veelzeggende rol speelde. Zijn aanwezigheid bracht een herkenbare energie in de film, voor hen wie de kracht van Silat kent.
Terwijl de film vorderde, dwaalden mijn gedachten af. De meester van Tiger Chen had iets weg van Paatje Drijsen: een markant gezicht, een kalend hoofd, en een uitstraling die je niet snel vergeet. In een flits was ik terug in de vroege jaren 2000, op de Pasar Malam Besar. Daar ontmoette ik Paatje Drijsen opnieuw na een demonstratie. Eerder had ik hem al mogen meemaken bij Paatje van Dijk in Beegden. Maar het was op zijn 50-jarig huwelijksfeest dat hij mij voorstelde aan de toenmalige Dewan Sesepuh, pioniers als Pa Theuvenet, Pa Tonjes, Pa Kneefel en Pa Vink.
Na onze demonstratie zaten we samen. Het was Pa Theuvenet die me direct vroeg: "Wat is jouw geboortedatum?" Op de achterkant van een bierviltje begon hij te rekenen. Niet om mijn leeftijd te achterhalen, maar om dieper te kijken ,naar spirituele verbindingen, energieën. Silat is doordrenkt van zulke zaken: spiritualiteit, mineralen, jamu, edelstenen, en natuurlijk de keris. Het waren gesprekken die vaak plaatsvonden in garages, zolders, woonkamers die waren omgebouwd tot Gelanggang,plekken waar Silat niet alleen werd geoefend, maar ook geleefd en beleefd.
In 1999 reisde ik naar Zuidoost-Azië voor een studiereis, op zoek naar de bron. Daar ging mijn Silathart écht sneller kloppen. Niet omdat wat ik in Nederland geleerd had niet goed was, maar omdat het daar rauwer, authentieker aanvoelde. Voor het eerst zag ik hoe diep cultuur, geloof, adat en istiadat verweven zijn met de krijgskunst. Begrippen als Gelanggang, Petua en Adab kregen betekenis. En de keris, tot dan toe slechts als symbool van spirituele kracht en traditie werd in een keer gebruikt als wapen, in de series Kris Pusaka en Sandokan zagen we dit natuurlijk al, maar in Nederland was dit geheel vernieuwend.
Terug naar de film: Tiger Chen keert uiteindelijk terug naar zijn wortels. Moderniteit en traditie vinden elkaar. En hoewel het verhaal fictie is, zie ik het vaak genoeg gebeuren in de realiteit van traditionele Martial Arts. Er zijn altijd twee denkwijzen. De een zoekt roem, de ander behoudt traditie. Maar beide hebben bestaansrecht, mits het doel zuiver blijft.
Voor mij is het duidelijk: het één kan niet zonder het ander. Verandering is nodig om voort te bestaan, maar traditie is de ruggengraat. Zonder dat, geen diepgang, geen ziel. De relatie tussen leraar en leerling blijft hierin essentieel. Techniek kan je leren, maar het is kennis van cultuur, historie en spiritualiteit die het verschil maakt. Zoals de paatjes altijd zeiden:
"Echt goud vreest de smeltkroes niet."
En dat... staat voor mij als een p**l boven water.