07/11/2025
‘Marieke? Ik ben op zoek naar Marieke van Dijk.’
De stem aan de andere kant van de deur klonk vreemd bekend, maar ik kon hem niet plaatsen. Mijn hart bonsde in mijn keel terwijl ik de deur op een kier zette. Daar stond hij: een man van ergens in de veertig, met dezelfde blauwe ogen als mijn vader. Zijn jas was nat van de regen, zijn blik onrustig. ‘Ik ben Thomas. Thomas van Dijk. Je… halfbroer.’
Ik voelde hoe de grond onder mijn voeten wegzakte. ‘Dat kan niet,’ stamelde ik. ‘Ik heb geen halfbroer.’
Hij glimlachte wrang. ‘Toch wel. Je vader… onze vader… heeft het je nooit verteld.’
Het was alsof iemand me een klap in mijn gezicht gaf. Mijn vader, die altijd zo eerlijk leek, had een geheim leven gehad? Ik liet Thomas binnen, meer uit automatisme dan uit gastvrijheid. Terwijl hij zijn natte jas ophing, probeerde ik te bevatten wat er gebeurde.
‘Waarom ben je hier?’ vroeg ik, mijn stem trillend.
Hij haalde diep adem. ‘Ik kom voor de erfenis. Volgens de notaris heb ik recht op de helft van alles wat onze vader heeft achtergelaten.’
Mijn hoofd tolde. De afgelopen maanden waren al een hel geweest: eerst het ongeluk waarbij mijn ouders omkwamen, daarna het eindeloze geregel van begrafenis, verzekeringen, het huis. Nu dit. ‘Maar… dit is mijn thuis! Ik heb hier altijd gewoond!’
Thomas keek me aan met een mengeling van medelijden en vastberadenheid. ‘Het spijt me, Marieke. Maar ik heb ook niets meer. Ik wil alleen wat mij toekomt.’
De dagen daarna waren een waas van telefoontjes met de notaris, slapeloze nachten en eindeloze ruzies met Thomas. Mijn tante Els kwam langs en vond dat ik me niet zo moest aanstellen. ‘Het is nu eenmaal zo geregeld in Nederland,’ zei ze schouderophalend. ‘Familie is familie.’
‘Maar waarom heeft papa dit nooit verteld?’ vroeg ik haar huilend.
Ze keek weg. ‘Sommige dingen zijn beter niet geweten.’
De bureaucratie was genadeloos. De notaris – meneer Van der Laan, een kille man met een stem als grind – legde uit dat Thomas inderdaad recht had op de helft van het huis en de inboedel. ‘U kunt het huis verkopen en de opbrengst delen, of u koopt uw halfbroer uit,’ zei hij zonder op of om te kijken.
‘Maar ik heb geen geld om hem uit te kopen!’ riep ik wanhopig.
‘Dan zult u moeten verkopen,’ zei hij simpelweg.
Ik voelde me verraden door iedereen: door mijn vader, die me nooit over Thomas had verteld; door Thomas zelf, die zonder blikken of blozen zijn deel opeiste; door de notaris, die me als een dossier behandelde; zelfs door tante Els, die haar schouders ophaalde alsof het allemaal niet uitmaakte.
De weken sleepten zich voort. Thomas kwam steeds vaker langs om spullen op te halen die volgens hem van hem waren: een schilderij van opa Jan, het servies van oma Truus, zelfs de oude fiets van mijn vader. Elke keer als hij iets meenam, voelde het alsof hij een stukje van mijn verleden afpakte.
Op een avond zat ik alleen aan de keukentafel, starend naar de lege stoel tegenover me waar mijn moeder altijd zat. Mijn telefoon trilde: een appje van Thomas.
‘Kunnen we morgen praten? Ik wil het netjes houden.’
Ik antwoordde niet. Wat viel er nog te zeggen?
De volgende dag stond hij weer voor de deur, deze keer met een map vol papieren.
‘Marieke,’ begon hij zacht, ‘ik weet dat dit moeilijk is. Maar ik heb ook nooit een vader gehad. Ik wil gewoon eerlijk delen wat ons toekomt.’
👇📌 Het vervolg staat in de reacties onder de post 💬👇