
15/10/2025
‘Waarom kun je niet gewoon normaal doen, Suze?’ De stem van mijn moeder snijdt door de stilte van de keuken, waar de geur van haar zelfgemaakte erwtensoep nog in de lucht hangt. Mijn handen trillen als ik de lepel neerleg. Ik voel haar ogen prikken in mijn rug, streng en verwachtingsvol, zoals altijd.
‘Wat bedoel je met normaal, mam?’ Mijn stem klinkt zachter dan ik wil. Ik wil schreeuwen, haar vertellen dat ik niet meer kan, maar de woorden blijven steken in mijn keel.
Ze zucht diep, draait zich om en kijkt me aan met die blik die ik al mijn hele leven ken: teleurstelling vermengd met iets wat op verdriet lijkt. ‘Je zus Marieke heeft haar studie afgemaakt, een goede baan gevonden, en nu gaat ze trouwen met een keurige jongen. Waarom kun jij niet gewoon…’
‘Ik ben Marieke niet!’ roep ik uit, harder dan ik bedoel. Mijn stem galmt na in de kleine keuken van ons rijtjeshuis in Amersfoort. Buiten hoor ik de regen tegen het raam tikken, alsof de wereld me wil troosten.
Mijn moeder draait zich om, haar schouders gespannen. ‘Je hoeft niet te schreeuwen. Ik probeer je alleen te helpen.’
‘Helpen? Je probeert me te veranderen!’
Ze zwijgt. Dat doet ze altijd als het te dichtbij komt. Dan trekt ze zich terug achter haar onzichtbare glazen stolpje, waar niemand bij kan. Ik ken dat stolpje maar al te goed; ik heb er mijn hele jeugd onder gezeten.
Als kind was ik stil en dromerig. Terwijl Marieke netjes haar huiswerk maakte en haar kamer opruimde, zat ik op zolder te tekenen of naar de regen te luisteren. Mijn vader lachte erom – ‘Suze is onze kunstenaar’ – maar mijn moeder fronste haar wenkbrauwen. ‘Je moet wel wat van je leven maken,’ zei ze dan.
Nu ben ik 27 en woon ik nog steeds thuis. Niet omdat ik het wil, maar omdat mijn contract als illustrator bij de uitgeverij niet werd verlengd en ik geen geld heb voor een eigen plek. Elke dag voelt als een nederlaag, vooral als Marieke langskomt met haar verloofde Jasper en hun perfecte leven.
‘Suze, wil je nog soep?’ vraagt mijn moeder plotseling, alsof er niets gebeurd is.
‘Nee, dank je.’ Ik sta op en loop naar mijn kamer. De muren zijn bedekt met schetsen en schilderijen – mijn eigen kleine wereld. Hier kan ik ademen, even ontsnappen aan haar verwachtingen.
Die avond hoor ik mijn ouders zachtjes praten in de woonkamer. Mijn vader zegt: ‘Ze moet haar eigen weg vinden, Els.’ Mijn moeder antwoordt: ‘Maar wat als ze verdwaalt?’
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. Waarom kan ze me niet gewoon laten zijn wie ik ben?
De volgende ochtend word ik wakker van het geluid van de brievenbus. Een envelop van het UWV: weer een afwijzing voor een sollicitatie. Ik laat mezelf op bed vallen en staar naar het plafond. Hoe vertel ik dit aan mijn moeder? Ze zal zeggen dat ik harder moet zoeken, dat ik niet genoeg mijn best doe.
Later die dag zit ik aan tafel met Marieke. Ze kijkt me aan met die blik die alles zegt: medelijden vermengd met onbegrip.
‘Waarom probeer je het niet gewoon bij Jasper op kantoor?’ vraagt ze.
‘Omdat ik geen administratief werk wil doen,’ antwoord ik zacht.
Ze zucht. ‘Soms moet je gewoon even doorbijten, Suus.’
‘Jij hebt makkelijk praten,’ snauw ik terug. ‘Jij hebt alles altijd voor elkaar gehad.’
Ze kijkt gekwetst weg. ‘Dat is niet eerlijk.’
Misschien is het niet eerlijk, maar zo voelt het wel.
’s Avonds zit ik op mijn kamer als mijn moeder binnenkomt zonder te kloppen. Ze gaat op het bed zitten en vouwt haar handen in haar schoot.
‘Suze… Ik weet dat het niet makkelijk voor je is. Maar je moet begrijpen dat ik alleen maar wil dat je gelukkig wordt.’
‘Maar mam,’ fluister ik, ‘jouw idee van geluk is niet hetzelfde als het mijne.’
Ze kijkt me aan, haar ogen glanzen nat in het schemerlicht. ‘Ik ben bang dat je spijt krijgt als je nu niet doorzet.’
‘Misschien krijg ik spijt als ik altijd doe wat jij wilt,’ zeg ik zacht.
👇📌 Het vervolg staat in de reacties onder de post 💬👇