Praktische Pediatrie

Praktische Pediatrie Praktische Pediatrie | praktijkgerichte nascholing over kindergeneeskunde is geaccrediteerd voor 4 punten per aflevering door de NVK.

Prelum en Noordhoff Zorg bundelen krachten om samen te gaan bouwen aan de toekomst van leren in de zorg Met trots kondig...
27/05/2025

Prelum en Noordhoff Zorg bundelen krachten om samen te gaan bouwen aan de toekomst van leren in de zorg

Met trots kondigen wij de samenwerking aan tussen Prelum, moederbedrijf van verschillende leeroplossingen voor de zorg, en Noordhoff Zorg, aanbieder van digitale (na)scholing en leerplatformen voor zorgprofessionals en studenten. Door onze krachten te bundelen, creëren we één krachtig en toekomstgericht aanbod dat aansluit op elke leerbehoefte in de zorgsector.

🎯 Wat we samen willen betekenen:
✔ Meer waarde en relevantie voor klanten, met een breder en beter afgestemd aanbod
✔ Slimmere leeroplossingen die écht passen bij de praktijk van de zorg
✔ Meer ruimte voor innovatie, maatwerk en samenwerking met zorgprofessionals

Wij geloven dat beter leren bijdraagt aan betere zorg. Daarom investeren we samen in duurzame ontwikkeling — van mensen én organisaties.

We blijven dichtbij onze klanten, met vertrouwde gezichten en bewezen kwaliteit. Tegelijkertijd bouwen we aan nieuwe mogelijkheden om leren en werken in de zorg toekomstbestendig te maken.

👉 Meer weten over deze samenwerking? https://noordhoffzorg.nl/nieuws/noordhoff-zorg-en-prelum-bundelen-krachten-een-partner-voor-digitale-leeroplossingen-in-de-zorg

Noordhoff is dé kennispartner van leergierig Nederland.

Wegens groot succes vorig jaar organiseren we op maandag 6 en dinsdag 7 oktober een nieuwe editie van de verdiepende mas...
22/05/2025

Wegens groot succes vorig jaar organiseren we op maandag 6 en dinsdag 7 oktober een nieuwe editie van de verdiepende masterclass Evidende-based medicine in de praktijk. We nodigen je uit in het sfeervolle Bilderberg Grand Hotel Wientjes in Zwolle, inclusief optionele overnachting.

Schrijf je nu in (let op: we werken aan een nieuw evenementenregistratiesysteem waardoor inschrijving tijdelijk via onze zusterformule Psyfar loopt): https://www.psyfar.nl/bijeenkomsten/bijeenkomst/t/masterclass-EBM-2025

Hoe vind je zo efficiënt mogelijk een weg in de overdaad van wetenschappelijke literatuur? En hoe maak je een vertaalslag naar de praktijk? Idealiter zijn jouw behandelbeslissingen gestoeld op jouw individuele expertise in combinatie met het beste beschikbare bewijsmateriaal. Dit is echter in de praktijk nog best een uitdaging.

Tijdens deze tweedaagse masterclass word je ondergedompeld in een verdiepend programma waarbij je jouw EBM-vaardigheden aanscherpt door middel van interactieve workshops, kritische beoordelingen, en numbercrunching sessies.

Deze kleinschalige nascholing is onderdeel van de verplichte cursussen voor AIOS kindergeneeskunde. Reserveer snel je plek want er zijn maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar om voldoende interactie te kunnen waarborgen.

Sprekers: Jolita Bekhof, Eelco Draaiers, Veerle Langenhorst, Stefan van Dorth, Aernout Snoek, Marina Kaspar

Muziek wordt wereldwijd steeds meer toegepast als interventie in de gezondheidszorg. Muziekzorg omvat vele vormen, van e...
21/05/2025

Muziek wordt wereldwijd steeds meer toegepast als interventie in de gezondheidszorg. Muziekzorg omvat vele vormen, van eenvoudig, bijvoorbeeld via een smartphone, tot toegespitst, zoals muziektherapie door gecertificeerde muziektherapeuten. In Nederland wordt muziekzorg binnen de kindergeneeskunde vooral toegepast in de neonatologie. Bij studies op neonatale intensivecare-units worden veelal geschoolde muziektherapeuten ingezet. De resultaten laten stressvermindering zien bij neonaten en hun ouders, verbetering van de cardiovasculaire en respiratoire functies en een verbetering van het neurologisch functioneren (beoordeeld met behulp van General Movements). Inmiddels wordt muziekzorg ook ingezet op post-IC/HC-afdelingen, zowel in de vorm van muziektherapie door geschoolde therapeuten als in de vorm van zogeheten white noise uit een elektrisch apparaat. Ook daar worden positieve ervaringen beschreven, met stabielere vitale parameters en ontspanning bij neonaten en ouders. Gezien de brede toepasbaarheid van en variëteit aan mogelijkheden ter bevordering van comfort zou muziekzorg veel breder kunnen worden ingezet in de kindergeneeskunde.

Casus
Een premature jongen, geboren bij 28 weken en inmiddels 3 weken oud, ligt op de post-IC/HC-afdeling. De moeder helpt de verpleegkundige bij de verzorging, waarbij ze met haar handen haar zoontje begrenst en een liedje neuriet. Op navraag van de verpleegkundige vertelt ze dat ze dit liedje tijdens de zwangerschap veel heeft geluisterd en het sinds de geboorte vaak neuriet. Ze merkt dat haar zoontje er rustig van wordt en vindt het fijn dat ze hem op deze manier kan helpen.

Leer hier meer over de uitwerking van de casus: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/a97fe8cd-d457-4fe5-a3a4-5f84ffcfcbd5

Door: Imte Koster, Nienke van Dokkum, Arend Bos, Maaike van Rossem

CasusEen 11-jarig meisje met blanco voorgeschiedenis presenteert zich ’s avonds op de spoedeisende hulp vanwege misselij...
14/05/2025

Casus
Een 11-jarig meisje met blanco voorgeschiedenis presenteert zich ’s avonds op de spoedeisende hulp vanwege misselijkheid, braken, duizeligheid en verward gedrag. Ze is hemodynamisch stabiel en heeft opvallend rode ogen. Ze spreekt wartaal en hallucineert. Ze heeft geen koorts. De tractusanamnese is verder niet bijdragend. Het meisje functioneert goed op school en sociaal zijn er geen bijzonderheden. De moeder blijkt vanavond kortdurend dezelfde klachten te hebben gehad. Samen hebben zij als enigen in het gezin een voorverpakte chocolate brownie gegeten. Een 5-jarige jongen met blanco voorgeschiedenis presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege buikpijn. De buikpijn bestaat sinds enkele uren, waarvoor de jongen zich meerdere keren bij zijn ouders heeft gemeld. Er is geen misselijkheid, braken en/of diarree. De intake was matig vandaag, de patiënt heeft alleen snoepjes gegeten. In de tractusanamnese komt naar voren dat de patiënt sinds enkele uren slecht ziet. Hij omschrijft dat de wereld sneller beweegt. Er is geen koorts. Bij lichamelijk onderzoek worden een soepele buik en een normale visus en pupilreacties gevonden.

Wat is bij beide kinderen uw diagnose?

Door: Amail Taidouch en Lindy Janssen

Werkplekleren is essentieel voor kinderartsen: zowel in meer georganiseerde vorm tijdens de opleiding als in het meer im...
07/05/2025

Werkplekleren is essentieel voor kinderartsen: zowel in meer georganiseerde vorm tijdens de opleiding als in het meer impliciete leven lang leren daarna. Het gaat hierbij niet alleen om het leren van vakinhoudelijke kennis, competenties en vaardigheden (routine-expertise) maar ook om de vaardigheid om in veranderende omstandigheden nieuwe oplossingen voor problemen te ontwikkelen (adaptieve expertise). Om het leerpotentieel van de werkplek optimaal te benutten, zijn individuele eigenschappen essentieel (zoals motivatie, nieuwsgierigheid, flexibiliteit) maar ook eigenschappen van de sociale omgeving (veiligheid om fouten te maken, om hulp te vragen) en de inhoud en organisatie van de werkplek (complexe taken, ruimte om te experimenteren, elkaar ontmoeten). Zowel in de opleiding als daarna zijn rolmodellen van grote waarde in het leren op de werkplek: vakinhoudelijk, onderwijskundig en met betrekking tot het gedrag dat je laat zien. Als kinderarts (in opleiding) ben je, bewust of onbewust, een rolmodel. Voor nieuwe praktijksituaties zijn meestal geen vakinhoudelijke rolmodellen voorhanden. Dan is samen en wederkerig leren van nog groter belang waarbij er ruimte is voor experimenteren, nieuwe ideeën toegejuicht worden en onzekerheid wordt omarmd. Dit biedt mooie kansen voor de ontwikkeling van adaptieve expertise, zowel voor studenten, aiossen, als voor de kinderartsen zelf. Kinderartsen hebben een belangrijke rol en verantwoordelijkheid in het vormgeven van hun eigen leven lang leren en het daarnaast creëren van een werkplek waar ruimte is voor leren voor andere zorgprofessionals (in opleiding).

Casus – deel 1
Karin is tweedejaars aios kindergeneeskunde. Ze loopt op dit moment stage op de neonatale intensivecare-unit (NICU). Ze vindt het fantastisch, want ze houdt van de technische handelingen en het spoedeisende karakter van de neonatale zorg. De kinderarts-neonatologen gebruiken echografie voor verschillende doeleinden, zoals het uitsluiten van een hersenbloeding, het beoordelen van de blaasvulling of het vaststellen van een pneumothorax. Karin wil graag ervaring opdoen met echografisch onderzoek bij pasgeborenen en bespreekt dat met haar stagebegeleider. Ze spreken samen af dat Karin zo veel mogelijk echo’s samen met de supervisor maakt. Karin gaat enthousiast aan de slag en ze maakt meerdere echo’s per week. Samen met de kinderarts-neonatoloog reflecteert Karin op de beelden en ze kijken samen naar wat goed gaat en waar het beter kan. Ook bespreken ze de kansen en beperkingen van het onderzoek en de klinische consequenties van de bevindingen.

Lees hier meer over succesvolle strategieën en nieuwe kansen en de rest van de casus: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/72ef911c-2993-4bf7-bd37-799e4367714c

Door: Myrthe Verhees, Anneke Landstra, Marjolein Berings, Janiëlle van der Velden

In tijden van een dreigend tekort aan zorgpersoneel, hoge werkdruk en een steeds grotere zorgvraag is het behoud van tev...
30/04/2025

In tijden van een dreigend tekort aan zorgpersoneel, hoge werkdruk en een steeds grotere zorgvraag is het behoud van tevreden en bevlogen professionals binnen de kindergeneeskunde essentieel en urgent. Maar wat is bevlogenheid en wat heb je daarvoor nodig? Verlaging van de werkdruk, vergroting van de draagkracht en een positieve werksfeer dragen bij aan duurzame inzetbaarheid van artsen en andere zorgprofessionals. Vanuit de in 2022 verschenen handreiking ‘Behoud van bevlogenheid’ geven wij voorbeelden en werken wij adviezen uit die u kunt implementeren in uw eigen ziekenhuis.

Kader 1
Definitie bevlogenheid Mensen kunnen als bevlogen worden omschreven wanneer ze beschikken over veel energie (vitaliteit), betrokken en gemotiveerd zijn om hun werk te doen (toewijding) en in staat zijn een goede focus op hun werk te behouden (absorptie). Behoud van bevlogenheid is afhankelijk van een goede balans tussen draagkracht en draaglast waaronder werkdruk. Bovenstaande definitie vormt de basis voor het gesprek over hoe en waarvan men bevlogen raakt en wat er nodig is om bevlogen te blijven. Dat gesprek is belangrijk om artsen duurzaam inzetbaar te houden, zeker in tijden van een tekort aan zorgpersoneel, hoge werkdruk en een steeds grotere zorgvraag.

Er kunnen interventies worden gedaan gericht op het individu, de organisatie of een combinatie van beide. De onderzochte interventies op individueel niveau betreffen bijvoorbeeld ontspannings-, stressmanagement- en communicatievaardigheden. De organisatie-interventies richten zich op het verlagen van de werkdruk, roostering en teamgevoel. Het kleine aantal studies naar het effect van bovengenoemde interventies laat zien dat coaching een positief effect heeft op preventie van burn-out-gerelateerde klachten. Toekomstig onderzoek moet zich richten op het effect van andere interventies.

Lees hier meer over het behoud van tevreden en bevlogen professionals binnen de kindergeneeskunde: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/92545d43-5609-4730-9de0-7c5d7e7f51dd

Door: Roosmarijn Lurvink, Floor Stadhouders, Dominique van der Lee, Brigitte de Bie

Liesbreuken komen veel voor bij te vroeg geboren kinderen, vooral bij jongens. Het beste moment van opereren bij prematu...
23/04/2025

Liesbreuken komen veel voor bij te vroeg geboren kinderen, vooral bij jongens. Het beste moment van opereren bij prematuren is echter een punt van discussie. Moet je opereren aansluitend aan de neonatale periode, als er wellicht nog gevolgen daarvan spelen, of kun je veilig wachten tot een later moment, wat mogelijk een hoger risico op inklemming met zich meebrengt? Onlangs is er een belangrijke gerandomiseerde klinische trial gepubliceerd over de veiligheid van vroege versus late chirurgische correctie van liesbreuken bij premature baby’s. In het onderzoek, uitgevoerd in 39 ziekenhuizen in de Verenigde Staten, werden 338 prematuren met een liesbreuk gerandomiseerd naar een vroege operatie (voor ontslag uit de neonatale intensive care) of een late operatie (na ontslag en bij een leeftijd van meer dan 55 weken post-menstrueel). De primaire uitkomst was het optreden van ernstige bijwerkingen respiratoir (langdurige intubatie), circulatoir (bradycardie met interventie), chirurgisch (wondinfectie), of gerelateerd aan de hernia (inklemming) binnen tien maanden na de operatie.

Uit de resultaten bleek dat 28% van de kinderen in de vroege groep ernstige ‘events’ had, tegenover 18% in de late groep (absoluut risicoverschil, -7,9%; 95%-CrI, -16,9% tot 0%]. Dit suggereert dat het uitstellen van de operatie tot na het ontslag minder risico geeft op complicaties. Het effect was vooral sterk bij kinderen die vóór 28 weken zwangerschapsduur waren geboren, of bronchopulmonale dysplasie hadden. De studie wijst erop dat late operatie kan helpen de kans op ernstige complicaties te verminderen. Er waren wel meer inklemmingen in de late groep (6 versus 2), maar gelukkig zonder klinische gevolgen. Deze bevindingen suggereren dat uitstel in deze groep extreme prematuren veilig is, waarbij we de praktische voordelen van een ingreep aan het eind van de opname en uitstel met waarschijnlijk minder complicaties tegen elkaar moeten afwegen.

Door: Jolita Bekhof en Daniel Vijlbrief

Zorgevaluatie wordt gedefinieerd als klinisch onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van bestaande zorg waarvan het nut...
16/04/2025

Zorgevaluatie wordt gedefinieerd als klinisch onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van bestaande zorg waarvan het nut niet duidelijk is. Het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG) stelt dat zorgevaluatie in 2028 integraal onderdeel van het reguliere zorgproces moet zijn. Hoe we hieraan handen en voeten moeten geven is nog onvoldoende duidelijk. Het doel van zorgevaluatie is het verbeteren van zorg door het doorlopen van de cirkel van gepast gebruik, die naast zorgevaluatie-onderzoek bestaat uit agenderen, (de-)implementeren en monitoren. Bij zorgevaluatie-onderzoek wordt vaak gedacht aan gerandomiseerde studies. In Praktische Pediatrie laten we zien dat er ook andere wegen zijn om de cirkel van gepast gebruik draaiende te houden, die goed passen in de dagelijkse klinische praktijk en opleiding. We geven voorbeelden van manieren waarop het monitoren en inzichtelijk maken van praktijkvariatie op zichzelf al kan leiden tot gepaster gebruik van zorg en laten zien hoe de aios een rol kan spelen bij de verschillende domeinen van de kwaliteitscirkel.

Casus
Tijdens de ochtendoverdracht wordt een patiëntje van 5 maanden besproken dat is opgenomen met een bronchiolitis. De dienstdoende arts-assistent vertelt dat zij in verband met een toename van de ademarbeid is gestart met toediening van 'high flow' zuurstof. Er ontstaat een discussie over het nut van deze interventie. De kinderartsen uit de opleidingsgroep geven aan dat high flow niet effectief is bij kinderen met een bronchiolitis. De arts-assistent brengt te berde dat dit in het ziekenhuis waar zij eerder werkte juist werd gepropageerd en veelvuldig werd toegepast. Gezamenlijk wordt vastgesteld dat er praktijkvariatie lijkt te bestaan in de betreffende opleidingsregio. De opleider vraagt de arts-assistent hoe zij met dit verschil in praktijkvoering wil omgaan. Die stelt voor om dit onderwerp tijdens de volgende EBM-bespreking aan de orde te laten komen.

Lees hier meer over het vervolg van de casus: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/b0a63a33-0bec-4ccb-86ee-af8d12413a89

Door: Frans Plötz, Mandy Spoorenberg, Anneke Kwee, Jolita Bekhof

Licht schedel-hersenletsel (LSH) bij kinderen is een veelvoorkomende redenen voor een bezoek aan de spoedeisende hulp. L...
09/04/2025

Licht schedel-hersenletsel (LSH) bij kinderen is een veelvoorkomende redenen voor een bezoek aan de spoedeisende hulp. LSH wordt gedefinieerd als een trauma capitis met een EMV van 13 of hoger. De lastige afwegingen bij deze groep kinderen zijn of het nodig is om een CT-scan van de hersenen te maken om relevant intracranieel letsel op te sporen en of opname ter observatie nodig is. De kans op relevant intracranieel letsel waarvoor neurochirurgisch ingrijpen noodzakelijk is, is weliswaar erg klein maar het missen ervan kan ernstige gevolgen hebben. Om die reden worden bij kinderen vaak CT-scans gemaakt en worden ze ter observatie opgenomen ook al is er geen ernstig letsel.

Hoewel het risico van stralingsbelasting is verminderd, is deze nog altijd niet verwaarloosbaar. Dat er overbehandeling is bij kinderen wordt breed erkend; het is zaak om onnodige CT-scans zo veel mogelijk te vermijden. Op zoek naar een juiste balans tussen te veel en te weinig doen zijn verschillende risicoclassificaties in gebruik. Een daarvan is de Amerikaanse PECARN-score. In een grote cohortstudie die in de periode 2016-2021 werd uitgevoerd in verschillende Amerikaanse level 1-traumacentra, werd de PECARN-score prospectief geëvalueerd. Bij 3,1% van 5647 kinderen jonger dan 2 jaar en bij 3,0% van 14 352 kinderen ouder dan 2 jaar was er daadwerkelijk intracranieel letsel. Bij 0,7% respectievelijk 1,2% werd het letsel klinisch relevant geacht (overlijden, neurochirurgisch ingrijpen, observatie ≥ 2 nachten wegens aanhoudende symptomen). Bij 2 op de 5 kinderen jonger dan 2 jaar werd een CT-scan gemaakt, bij de kinderen ouder dan 2 jaar was dat 1 op de 3. De PECARN-score gaf aan dat bij 52,1% van de jongere groep en bij 41,9% van de oudere groep CT-onderzoek achterwege kon worden gelaten. De sensitiviteit en specificiteit van de PECARN voor klinisch relevant letsel op de CT-scan waren 100% en 52,5% bij de kinderen jonger dan 2 jaar en 98,8% en 42,4% voor de kinderen ouder dan 2 jaar. De twee kinderen jonger dan 2 die werden gemist met de PECARN, waren opgenomen zonder neurochirurgisch ingrijpen. Dit betekent dat bij een negatieve PECARN-score de kans op relevant intracranieel letsel verwaarloosbaar klein is, maar dat het waarschijnlijk goed mogelijk is om het aantal CT’s nog verder te verminderen.

In de Nederlandse praktijk kunnen de regels voor huisartsen in elk geval behulpzaam zijn als criterium of het kind moet worden ingestuurd. Ook over de kinderen bij wie CT-onderzoek zeker wordt geadviseerd (afwijkende neurologie en tekenen van een schedel(basis)fractuur), bestaat weinig discussie. Interessant is de categorie waarbij de PECARN de keuze laat tussen CT en observatie. Kunnen we in die categorie het aantal CT-scans of misschien zelfs het aantal opnames verder verminderen?

Door: Jolita Bekhof en Daniel Vijlbrief

Vernale keratoconjunctivitis (VKC) is een bijzondere vorm van   allergie die de laatste jaren vaker voorkomt, mogelijk d...
02/04/2025

Vernale keratoconjunctivitis (VKC) is een bijzondere vorm van allergie die de laatste jaren vaker voorkomt, mogelijk door klimaatverandering. De aandoening treft vooral jonge kinderen en kan vier tot tien jaar aanhouden. VKC is een , chronische ontsteking van de conjunctivae en wordt voornamelijk door oogartsen gediagnosticeerd. Hoewel de term ‘vernaal’ suggereert dat klachten vooral in het voorjaar optreden, kunnen deze bij sommige patiënten het hele jaar door voorkomen. De aandoening kan zeer zijn, met klachten zoals en oogpijn die vaak worden uitgelokt door zon, wind en stof, waardoor kinderen soms niet meer buiten durven te komen. kan bovendien permanente schade aan de cornea veroorzaken en vormt een risico op visusverlies. Er is een verband met atopie en de ontwikkeling van .

De behandeling van mildere vormen bestaat uit leefstijladviezen, en topicale . Ernstigere vormen vereisen medebehandeling door een oogarts. Therapie bestaat dan uit ciclosporineoogdruppels en kortdurende oogdruppels bij exacerbaties, terwijl -oogzalf wordt ingezet bij onvoldoende effect. Veel van deze medicatieopties worden off-label voorgeschreven, wat extra aandacht en voorlichting vereist. Praktische Pediatrie helpt kinderartsen VKC sneller te herkennen, de eerste te zetten en te begrijpen waarom tijdige verwijzing naar een oogarts noodzakelijk is.

Lees hier meer over: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/5b844a27-bca5-47ec-b866-0790690e07b8

Door: Marjolijn Bartels

Geelzucht van de   komt veel voor: zo’n 60% van de pasgeborenen ziet in de eerste levensweek geel. Van deze kinderen hee...
26/03/2025

Geelzucht van de komt veel voor: zo’n 60% van de pasgeborenen ziet in de eerste levensweek geel. Van deze kinderen heeft 1% een behandelindicatie voor fototherapie (1500-2000 kinderen per jaar in Nederland). Meestal betekent dit een ziekenhuisopname voor ouders en kind en het wordt dan ook als ingrijpend ervaren. Voor voldragen en gezonde pasgeborenen met een milde indirecte bestaat de mogelijkheid om fototherapie thuis te geven, mits er geen bijkomende risicofactoren zijn zoals , aandoeningen, prematuriteit of icterus praecox (zie de NVK-richtlijn hyperbilirubinemie). Voor thuisbehandeling met fototherapie kan een slaapzak of jas worden gebruikt die verbonden is aan een mobiele . Deze thuisbehandeling leidt tot een afname van het aantal ziekenhuisopnamen in de laagrisicogroep, minder stress bij ouders en een betere hechting tussen ouder en kind. Het implementeren van thuis kan echter een uitdaging zijn. We geven adviezen voor een gestructureerde aanpak.

Kader 1 Betrokkenen bij implementatie fototherapie in de thuissetting
Stakeholders Bili@Home:
• ouders van patiënten;
• kinderartsen/ ;
• zorgcoördinatoren neonatologie;
• verpleegkundigen neonatologie;
• ;
• verloskundigen eerste lijn;
• kraamzorg;
• juridische zaken;
• klinisch ;
• extern priklab (Diagnostiek voor jou);
• technische dienst;
• klinische fysica;
• infectiepreventie;
• secretariaat.

Lees hier meer over: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/94126fd3-9e93-4caf-8f20-c2431e3eb9e1

Door: Carmen Maria Lorente Flores en Sanna Scheepens

Verdenking op een   is een veelvoorkomende reden voor verwijzing naar de  . Vaak zijn er dan verschijnselen opgetreden d...
19/03/2025

Verdenking op een is een veelvoorkomende reden voor verwijzing naar de . Vaak zijn er dan verschijnselen opgetreden die passen bij een histaminerge reactie, een complex van symptomen die worden veroorzaakt door de uitstoot van histamine en andere mediatoren uit geactiveerde mestcellen. In dit artikel bespreken we een systematische aanpak voor het vaststellen van de oorzaak van deze reactie, van voedselallergie tot verschillende andere triggers van mestcelactivatie. Aan de hand van zes differentiërende vragen kan onderscheid worden gemaakt tussen voedselallergie en de reacties veroorzaakt door histaminerijke voedingsmiddelen. Soms is de reden voor verwijzing op verdenking van een voedselallergie een kind met of buikpijn waarbij de klachten duidelijk toenemen tijdens of kort na maaltijden. Dit past vrijwel nooit bij voedselallergie. We geven tips om in de spreekkamer constructief samen te werken met kind en ouders zodat de uitleg dat het niet om voedselallergie gaat, goed kan worden geaccepteerd.

Casus
Patiënt A, een 10-jarige jongen, werd doorgestuurd naar onze in verband met moeilijk te reguleren astma. De huisarts had bij hem enkele jaren eerder ook de diagnose ‘pinda-allergie’ gesteld. Tot zijn zesde jaar had de patiënt geen klachten gehad als hij pinda’s at. Op 6-jarige leeftijd ontwikkelde hij enkele minuten na het eten van een bruin nootje -oedeem rond de ogen, niet jeukende lokale zwelling door vochtophoping in de weefsels, en benauwdheid. Het was onduidelijk om wat voor soort nootje het ging. Bij de huisartsenpost kreeg de jongen een toegediend, waarna de klachten snel verdwenen. Omdat aan voedselallergie als mogelijke oorzaak van deze klachten werd gedacht, verrichtte de huisarts sensibilisatieonderzoek naar een allergie voor verschillende noten (hazelnoot, walnoot, cashewnoot, pistache- en pecannoot) en pinda’s. Alleen voor pinda’s was deze test positief, met een IgE-concentratie van 0,4 kU/l. Onder de diagnose ‘pinda- ’ kreeg de patiënt het advies om pinda’s strikt te mijden en ook alle voedingsmiddelen die mogelijk sporen van pinda’s bevatten, zoals koekjes en chocolade. Verder moest hij voortaan een -injector bij zich dragen. Sindsdien had hij nooit meer pinda’s of noten gegeten en was er ook geen accidentele blootstelling geweest. Angio-oedeem had zich niet meer voorgedaan.

Lees hier andere casussen en meer over dit onderwerp: https://www.prelumacademy.nl/vakmedia/praktische-pediatrie/91694ae8-e94b-4ead-88e8-26638d8a9797

Door: Ted Klok en Paul Brand

Adres

Houten

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Praktische Pediatrie nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Contact

Stuur een bericht naar Praktische Pediatrie:

Delen