Leuvenhorst en Hulshorsterzand

Leuvenhorst en Hulshorsterzand Landgoed Leuvenhorst bij Hulshorst was van de 30' er jaren tot 1988 de eerste en enige echte natuur kampeer plek in Nederland. Kamperen in de vrije natuur.

Van 1972 tot 1988 heb ik met mijn ouders en familie gekampeerd op de enig echte natuurcamping van Nederland Leuvenhorst. In de meest pure vorm. We hadden alleen de beschikking over een waterpomp. Verder was er niets dan bos, zand en de hemel boven ons. Een overweldigende omgeving. Zeker voor een kind. De Leuvenhorst kampeerder gaf niet om luxe. Die had je ingeruild voor iets onbeschrijfelijks. Wat

je terug kreeg was een onstellende hoeveelheid vrijheid en een ongevenaarde natuur beleving. Dichter bij de natuur kon je niet komen. In die periode heeft onze famillie op verschillende plekken gestaan. Op de Stakenberg, bij de Tafelberg, op de Pudding, bij de Hazeberg, het Biologenkamp, enz
Die namen zal bijna niemand wat zeggen maar voor mij zitten er duizenden herinneringen aan vast. Lange zomer vakanties. Alles bij elkaar opgeteld heb ik anderhalf jaar doorgebracht onder een dak van canvas op de Leuvenhorst. Sinds 1978 was dit teruggebracht tot het gebied aan de rand van de zandverstuiving. Omdat door de overname van het landgoed door Natuurmonumenten niet meer over het hele gebied verspreid mocht worden gekampeerd. Daarvoor werd er gekampeerd in de driehoek Stakenberg, de Zandmolen en Tafelberg

De kampeer geschiedenis op de Leuvenhorst van mijn vader en oom gaat nog veel verder terug. Want die begon al in 1953. Al ver voor de tweede wereldoorlog werd er al gekampeerd op de Leuvenhorst.

Het verhaal van Sonja de JonghIn de zomer van 1976 stonden we op de Stakenberg. We haalde water bij het huisje "Kijk Uit...
12/11/2025

Het verhaal van Sonja de Jongh

In de zomer van 1976 stonden we op de Stakenberg. We haalde water bij het huisje "Kijk Uit" bij meneer Sjoels. Dat was een hele klim met het water tegen de helling op als we terug gingen naar de tent.
Meneer Sjoels woonde daar samen met zijn hondje Joyce. Hij verbouwde zijn eigen groenten en hield achter zijn huis bijen.
Meneer Sjoels -toen 76 jaar oud- kwam oorspronkelijk uit Amsterdam. Hij had een tijdje in het huisje gewoond met zijn tweede vrouw en dochter. En na de scheiding van zijn vrouw was hij daar blijven wonen.

Het huisje zag er sprookjesachtig uit. De tuin stond vol met kleurige bloemen het rook er naar lavendel en jasmijn. Voor het huis stond een grote waterpomp in een groene kast met witte biezen.

30 jaar daarvoor had zich daar een geschiedenis afgespeeld die minder sprookjes achtig was. Dat was het verhaal van de onderduikers die aan de overkant van "Kijk Uit" in het bos verbleven.
Dat was een groot geheim, waar niemand van af wist. Na de oorlog wilde dan ook niemand geloven dat in het bos werkelijk onderduikers hadden gezeten. En dat kwam vooral omdat vrouw van der Vlist die daar woonde, van roddelen haar beroep had gemaakt.

In het verhaal van Sonja komt óók de Jurriaanse kaart ter sprake. Deze is behulpzaam geweest bij het lokaliseren van het tentenkamp in het bos.
Aardig detail is dat ongeveer op dezelfde plek waar eens de onderdukers zaten. In 76 een echtpaar kampeerde, waarschijnlijk totaal onwetend wat zich daar had afgespeeld.

De man van vrouw van der Vlist, Zegert van der Vlist. Staat op de groepsfoto uit 1936 met de bosarbeiders verder op deze Facebook pagina. Hij is de man links van het midden met snor.

Foto: "Kijk Uit" met zus Helen en Joyce.

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/758043/sonja-de-jongh-bleef-alleen-achter

Groen, wat moet gij heldere vlagenlichts in uwer lenden dragen,dat gij, tanende ende ontaard,toch zoo schoone verwen baa...
10/11/2025

Groen, wat moet gij heldere vlagen
lichts in uwer lenden dragen,
dat gij, tanende ende ontaard,
toch zoo schoone verwen baart!

Dat was een dichtregel die mijn oom Gerrit altijd voordroeg als hij bevangen werd door de kleuren en schoonheid van de herfst. Afgelopen zaterdag was ik in bos en hei bij Hulshorst. Oom Gerrit was er niet, maar toch hoorde ik hem zachtjes declameren.

Oom Gerrit was de gene die ons altijd voorlas uit de sagen en legende van de Veluwe. Dat deed hij het liefst aan de rand van de zandverstuiving. Dan kwam je goed in de stemming, In zijn koffer ging altijd een flinke stapel sprookjesboeken mee naar Leuvenhorst. Dat zijn verhalen die je nooit meer vergeet.

Stem uit het verledenWe hebben weer een leuk ontdekking gedaan in de archieven. Dit keer gaat het om een opname van Lamm...
06/10/2025

Stem uit het verleden

We hebben weer een leuk ontdekking gedaan in de archieven. Dit keer gaat het om een opname van Lammert Olthuis toen 87 jaar in oud Veluws dialect geïnterviewd door door zijn zoon Willem Olthuis. Bij het Meertensinstituut in Amsterdam is deze opname gearchiveerd. De opname is van 15 maart 1969.

Het ±38 minuten durende interview is te beluisteren op: https://ndb.meertens.knaw.nl//soundbites.php?p=F110p.
Tijdens het interview worden o.a. de Jurriaanse, Beert Hop en... Prins Hendrik genoemd.
Tijdens het interview is op de achtergrond óók de dochter van Lammert Olthuis te horen, Annetje Olthuis.

Lammert Olthuis was jachtopziener/veldwachter te Hulshorst en had als zodanig ook de zorg over de kampeerders van Leuvenhorst.

Op de foto die is gemaakt voor de Houtsnip is Lammert Olthuis te zien tussen het personeel. Hij staat recht boven de man op de stoel 8e van rechts.
De familie Jurriaanse staat links op de foto. v.l.n.r. Adriaan Ernst Jurriaanse, Tom Jurriaanse, Helena Wilhelmina de Monchy (vrouw van Adriaan) en Bien Egter van Wissekerke (vrouw van Tom).

Foto is uit het archief Jurriaanse.

Station Hulshorst, de poort naar LeuvenhorstOud Leuvenhorst kampeerder Jaap van Rossum is in de archieven van de NS  gaa...
26/08/2025

Station Hulshorst, de poort naar Leuvenhorst

Oud Leuvenhorst kampeerder Jaap van Rossum is in de archieven van de NS gaan spitten. En heeft een doorwrocht artikel geproduceerd over de geschiedenis van Station Hulshorst.

Op de Facebookpagina Leuvenhorst en Hulshorsterzand kijken we graag terug op het unieke kampeerverleden op het landgoed Leuvenhorst. Daar hoort onlosmakelijk het stationnetje Hulshorst bij. Wie stapte hier niet in en uit? Over de historie van dit station wordt inmiddels steeds meer bekend. Zo zijn in het archief van de Nederlandse Spoorwegen, ondergebracht bij het Utrechts Archief, onder andere beheertekeningen van de infrastructuur van het station Hulshorst te vinden. Het gaat om calques van plattegronden uit 1917, 1926, 1952 (gereviseerd in 1968).

Deze tekeningen bevatten een aantal interessante historische details. Zo staan er op de tekening uit 1917 zes grensstenen weergegeven. Een van de grensstenen stond bij de T-kruising Oudeweg-Hierderweg. Deze grenssteen is vermoedelijk terug te zien op een oude ansichtkaart van het Stationskoffiehuis Migchelsen, uiterst rechts op de afbeelding. Op de beheertekeningen van 1926 en later worden de grensstenen niet meer genoemd; er staan wel getallen, die grensstenen zouden kunnen aanduiden. Het zou de moeite waard zijn om te onderzoeken of er ergens nog zo’n grenssteen in het veld te vinden is. Op Streetview van Google Maps lijkt er een te zien bij het “IJzeren Hek”) (de voormalige spoorwegovergang bij het Zilverbeekje).

Wat verder op de tekeningen is te zien, is dat er rond 1917 in Hulshorst maar liefst vier sporen waren en zes wissels en één half engels wissel die deze sporen met elkaar verbonden. Spoor I was het spoor richting Nunspeet, spoor II het spoor richting Harderwijk. Dan was er nog een spoor III, het zgn. Boschspoor of Aansluiting Leuvenhorst dat richting de houtopslag van Leuvenhorst ging en aangelegd is in 1898. Deze houtopslag lag tussen de spoorlijn en de Oude Ermeloseweg. Dit spoor staat ook weergegeven op oude topografische kaarten en op de bedrijfskaarten van Leuvenhorst t/m versie 1942. Uit deze bedrijfskaart blijkt dat dit Boschspoor uit twee sporen bestond. In 1931 is deze aansluiting verwijderd. Op de beheertekening van 1926 is het Boschspoor dan overigens al uitgewist. Tot slot lag ten oosten van het stationsgebouw tussen de spoorlijn en de Oudeweg spoor IV, een laad- en losspoor voor hout en vee. Dit spoor heeft het nog lang volgehouden, maar is inmiddels ook verleden tijd.

Grappig is dat de landweg die het spoor kruist, de Hierderweg, abusievelijk aangegeven staat met de naam Poelscheweg, een foutieve schrijfwijze voor Poolscheweg. Zo heette deze weg daar echter niet. De weg van de Hierderweg naar het station, de huidige Oudeweg, was zo te zien speciaal door de spoorwegen zelf op eigen grond aangelegd om het station bereikbaar te maken. Op de beheertekening is aangegeven dat de weg beheerd en onderhouden wordt door de toenmalige gemeente Ermelo. Dat was blijkbaar zo besloten door Gedeputeerde Staten op 4 juli 1922. Op dit moment is het een gewone openbare weg.

Wat vervolgens op de beheertekeningen 1917 en 1926 is te zien is de woning van de stationschef. Dit leuke villaatje uit ±1912 tegenover het Stationskoffiehuis van Rinus Migchelsen bestaat sinds eind jaren ’60 (?) niet meer, maar er zijn nog wel foto’s en bouwtekeningen van. De bouw was opgedragen aan G.J. Sipkes. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden deze woning en de bewoners ervan, stationschef Arent Baar en zijn echtgenote Henderika Vrieling, een bijzondere rol bij de hulp aan onderduikers, zie de website van Yad Vashem.

Naast het stationsgebouw was een privaat, dat begin jaren ’50 is gesloopt om plaats te maken voor een stalling voor 128 fietsen), incl. toilet en kolenopslag. Het gebouw staat er nog. Ook de bouwtekeningen ervan zijn opgeslagen in het spoorwegarchief.

Dan is er het eveneens nog altijd bestaande stationsgebouw zelf, in 1863 gebouwd door Nicolaas Johannes Kamperdijk als eenlaags gebouwtje, in 1876 uitgebreid met een bovenverdieping en nog weer later met een kleine zijvleugel in een enigszins afwijkende architectuur. De deur links aan de perronzijde is veranderd in een venster. Het station staat vermeld in het Rijksmonumentenregister. Ondanks een overeenkomst tussen de oorspronkelijke grondeigenaren en de spoorwegmaatschappij NCS (Nederlandsche Centraal- Spoorweg- Maatschappij), waarin stond dat treinen ten eeuwigen dage tenminste vier keer per dag, twee maal in beide richtingen, Hulshorst moeten aandoen, is het station Hulshorst op 31 mei 1987 toch definitief gesloten.
Leuk om te weten is dat er elders langs de spoorlijn Utrecht-Zwolle een identiek exemplaar van dit gebouw heeft gestaan, ook in 1876 vergroot met een verdieping, nl. station De Bilt (later Bilthoven). Dit stationsgebouw is in 1900 vervangen door een nieuw gebouw, een eilandstation, en gesloopt in 1907.

Aan de oostkant van het stationsgebouw bevonden zich een waterput (nog te zien op een oude foto, gemaakt door L. Migchelsen vanuit de tuin van het huis van boswachter Olthuis, en op topografische kaarten uit die tijd), een lampisterie (een voorziening uit het stoomtijdperk waar treinlampen bewaard, schoongemaakt, gevuld en uitgegeven werden), een goederenloods (waarschijnlijk van houthandelaar (en stationschef?) Lambertus Migchelsen, vader van de latere cafébaas Rinus), een installatie om vee op de treinen te kunnen laden en lossen en nog een gebouwtje van de coöperatieve Boerenbond.
Bijna al deze voorzieningen hebben begin jaren ’50 plaats moeten maken voor het uit gele baksteen opgetrokken onderstation (ontworpen of geïnspireerd door de bekende spoorwegarchitect Sybold Van Ravesteyn), waarin zich transformatoren en andere voorzieningen bevonden die nodig waren voor de elektrificatie van het spoor, die in 1952 zijn beslag kreeg.
De karakteristieke betonnen bovenleidingsportalen langs de Veluwelijn stammen ook uit deze tijd. Het gebrek aan staal in die jaren noopte tot het gebruik van gewapend beton. Het einde van de levensduur van deze karakteristieke p***n schijnt in zicht te zijn.

Helemaal rechts op de kaart zien we tot slot de overweg waar de Oude Ermeloseweg het spoor kruiste. De overweg was beveiligd met (ijzeren) klaphekken (het “IJzeren Hek”), die op de beheertekeningen 1917 en 1926 staan aangegeven. De bewoner van het nabijgelegen Huize Sprengloo ontsnapte in oktober 1954 op wonderbaarlijke wijze aan de dood toen zijn auto op deze overweg door een aanstormende trein werd gegrepen. Een eindje verderop noordwaarts waren er nog twee onbewaakte overwegen, ditmaal beveiligd met houten klaphekken. Een van deze overwegen staat op de beheertekening van 1926.

Op deze tekening staan ook duidelijk de beginpunten van de Essenburgerweg (recht tegenover het stationsgebouw en gaande richting kasteel de Essenburg)) en van het Van Meurswegje of Laantje van Van Meurs (ruim 100 meter noordelijker en gaande naar het voormalige Huize Hulshorst) weergegeven. Dit waren de eigen toegangswegen naar het station van twee plaatselijke grootgrondbezitters die grond beschikbaar hadden gesteld voor de aanleg van de spoorlijn.
Dit waren enerzijds Aleyda Johanna van Westervelt, douairière van Jonkheer Samuël Johannes Sandberg, en haar jongste zoon Heribert Willem Aleid baron Sandberg, bewoners van kasteel De Essenburg, en anderzijds Hendrik Frans van Meurs, burgemeester van Harderwijk en bewoner van Huize Hulshorst. Zij bedongen ook de bouw van het station.

Aanvullingen (ook oude foto’s!) op en verbeteringen van dit verhaal zijn welkom!

Bronnen:

https://collections.yadvashem.org/en/righteous/4038877 https://hetutrechtsarchief.nl/beeld/BF697B890E6452E68B36F695CCED1C62 https://hetutrechtsarchief.nl/beeld/DD8CD6A3B6BCDA6EE0538F04000AC6D7 https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5C77D9E64642E0534701000A17FD https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5C77D9EA4642E0534701000A17FD https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5C77F2994642E0534701000A17FD https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=519&miadt=39&miaet=918&micode=939-326&minr=36693824&miview=ldt&mialg=36693824
https://hulshorst-in-beeld.nl/wp-content/uploads/2025/04/Stations-Koffiehuis-Hulshorst-.jpg https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/30857
https://www.facebook.com/photo/?fbid=2955120254803060&set=gm.1302769720133046
https://www.stationsweb.nl/station.asp?station=bilthoven
https://zoeken.nieuweinstituut.nl/en/projects/detail?q=hulshorst&page=4

Ottens, Willemieke, Standhouden, Adellijk landgoedbeheer in Nederland - de twintigste eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink, Uitgeverij Noordboek, 2022, blz. 77, 459
Romers, H., Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841-1938, blz. 138, 139, 277
www.topotijdreis.nl

Put bij Drie
https://www.gelderlandinbeeld.nl/beeldbank/detail/b5f87499-afd3-4c06-b9ff-4a068dcce6db/media/eedf7511-7a23-4f80-a841-0df21c511afe?mode=detail&view=horizontal&q=Drie&rows=1&page=14

Plannen voor herbouw van het landhuis op landgoed Hulshorst.Artikel uit de Stentor 29 juli 2025
30/07/2025

Plannen voor herbouw van het landhuis op landgoed Hulshorst.

Artikel uit de Stentor 29 juli 2025

Hokken in het bosHet begon een paar jaar geleden, langs de Vierhouterweg in het veld tegen de Ringberg aan. Grote houten...
21/07/2025

Hokken in het bos

Het begon een paar jaar geleden, langs de Vierhouterweg in het veld tegen de Ringberg aan. Grote houten wild werende constructies.
Nu verschijnen de houten hokken overal in het bos. Op onze oude kampeerplek op de Stakenberg staan er een 5 tal. Het lijkt daar nu helaas op de afdeling tuinhout van een grote bouwmarkt.
Óók langs het voormalig paarden - MTB pad over de Stakenberg. Dat na het seizoen 2025 wordt afgesloten, staan de nodige exemplaren.
Overal in het bos liggen bouwpakketten verspreid voor deze manshoge bouwsels. Langs het fietspad Hoeve Beekhuizen-Harderwijk lag ook constructie materiaal.
Inmiddels staan er al tientallen hokken verspreid over Leuvenhorst, niet echt fraai.

Vooral juist nu, rond de zomervakanties.
Doet het me terug verlangen naar de tijd toen er geen hokjesgeest heerste op Leuvenhorst.
Dát waren mooie tijden.

Adres

Hulshorst

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Leuvenhorst en Hulshorsterzand nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Contact

Stuur een bericht naar Leuvenhorst en Hulshorsterzand:

Delen

Type

De Vrijbuiters van de Leuvenhorst

Van 1971 tot 1988 heb ik met mijn famille gekampeerd op de enig echte natuurcamping van Nederland. Het landgoed de Leuvenhorst van de famille Jurriaanse.

Dit was waarlijk kamperen in de vrije natuur. Met niets anders dan de altijd overweldigende omgeving als vermaak. Een omgeving die bestond uit uitgestrekte loof en dichte dennenbossen. De door het donker bos meanderend Leuvenumse beek. En de bijna tropische aandoende stuifzanden tijdens hoogzomer. We hadden de beschikking over een waterpomp, dat was de enigste luxe. Maar het was genoeg voor de échte kampeerder. En voor de gene die wilde leven naar de essentie van het bestaan. Over een periode van 18 jaar heb ik met mijn famille op verschillende plekken met de tent gestaan. Zoals bij de Stakenberg, Tafelberg, de Pudding, Hazeberg en het Biologenkamp. Deze namen zal nagenoeg niemand wat zeggen. Maar voor mij zijn ze verkleefd met ontelbare emoties en warme herinneringen. Belevenissen die mij hebben gevormd. Alle zomer vakanties bij elkaar opgeteld. Heb ik ruim anderhalf jaar doorgebracht onder een dun dak van canvas op de Leuvenhorst. Ik ben met het gebied opgegroeid. En ermee vergroeid. Sinds 1978 stonden we voornamelijk aan de rand van de zandverstuiving. Omdat door de overname van het landgoed door Natuurmonumenten. Niet meer over het hele gebied verspreid mocht worden gekampeerd. Voorheen werd er echter gekampeerd in de driehoek Stakenberg, de Zandmolen en het Geslagen stuk. In de hoogtijdagen van de jaren 50 en 60 stonden er ruim 100 tenten verspreid over een gebied van meer dan 1000 ha.

Vrij en ongebonden leefde we daar onder de grove dennen en de enorme luchten. Één met de omgeving, één met de natuur. We waren meer Veluwenaren dan wie dan ook. We waren vrijbuiters.

In de herfst van 1988 viel het doek voor het meest uniek kampeerterrein van Nederland. En werden we gedwongen dit geweldige gebied te verlaten. Dat voor mij altijd meer mijn thuis zou zijn dan het “ burgerlijk “ bestaan in een buitenwijk van Leiden. Voortaan moesten we het stellen met een chronisch heimwee.