24/10/2025                                                                            
                                    
                                                                            
                                            ๐๐น๐๐ฎ๐๐ ๐ด๐ฒ๐ฐ๐ผ๐ป๐ฑ๐ผ๐น๐ฒ๐ฒ๐ฟ๐ฑ
,,Nou, heb je het al gehoord? Crelis van de Sammejoeker is ook dood.โ
,,Ja, ik heb donderdag al gecondoleerd.โ
,,Toen leefde hij nog.โ
,,Dat kan wel wezen, maar ik ben wel geweest.โ
Dat dus. Geen cabaret, geen nieuw script van Ons Pogen. Dit is naar verluid echt gebeurd. Hier, in dit dorp. Verteld door een mevrouw die geen spoor van twijfel vertoonde. Eerst was ik sceptisch. Maar hoe langer ik erover nadenk, hoe geloofwaardiger het wordt. Want ja, dit รญs de gemeente waar kraamvisite tot voor kort met een paar babysokjes en een knuffel op de stoep stond, terwijl de vader de navelstreng nog door moest knippen.
Stel het je eens voor. Je ligt daar, halfdood, in een pyjamabroek uit de vorige eeuw. Je denkt: misschien red ik het toch. En dan ding d**g. De bel. Mensen voor de deur die niet kunnen wachten tot je eindelijk je laatste adem uitblaast. Je vrouw wordt gecondoleerd, terwijl jij onder een plaid ligt te dampen. Dat moet een raar moment zijn. Je hoort mensen fluisteren over โwat een goeie kerel je wasโ terwijl je nog ademhaalt. Dan ga je toch twijfelen. Ben ik nou echt zoโn luloer dat ze niet eens mijn sterven kunnen afwachten?
Het doet me denken aan die Volendammer uit de jaren zeventig. Die stuurde een rouwkaart van zichzelf naar de Belastingdienst. In de hoop dat de fiscus dan dacht: ,,Die hoeven we niet meer lastig te vallen.โ Mooie poging. Mislukt, uiteraard.
Maar dit is nog gekker. Hier kwamen de mensen gewoon alvast condoleren terwijl Crelis nog op de bank zat. Zak chips naast zich. Wedstrijdje op tv. Waarschijnlijk riep hij iets naar de scheidsrechter terwijl vijf meter verderop de koffiekopjes en cake al op tafel werden gezet.
Netjes is het niet. Ook niet bepaald sociaal. Je stuurt geen rouwkaart naar iemand die nog probeert om zijn longen aan de praat te houden. Maar ja. Dit is Volendam. Hier doen we alles graag op ons eigen tempo. Soms iets te vroeg. 
Of het echt gebeurd is durf ik niet met zekerheid te zeggen. Maar het klinkt verdacht bekend.