
10/10/2025
Prachtige recensie van De fakkeldrager in het magazine Blad, geschreven door Alfred van Hall.
In 2022 verscheen van Dick Laning zijn mooie roman Wantij die speelt in Noord-Groningen, vooral op de kwelders en Waddenzee. Thematiek: schuld, schaamte en verbeelding. Met zijn tweede boek schrijft hij een verhaal vol diepte en lagen. Zó intrigerend. Centraal staat restaurator Coby Rijf. Zij herstelt schade aan muur- en gewelfschilderingen in de kleine Groninger kerken op het Hogeland. Haar leven verandert ingrijpend als gevolg van de zwaarste aardbeving, namelijk die in Huizinge op 16 augustus 2012, waar ze net is komen wonen. In de Janskerk van dit dorpje maakt ze de balans van haar leven op. Ze speelt een belangrijke rol – fakkeldrager – in het verzet tegen de gaswinning door de NAM. Van buiten oogt ze sterk en dapper; vanbinnen is ze een eenzame twijfelaar, voortdurend zoekend naar wie ze werkelijk is.
Aanvankelijk dacht ik: wéér een boek over de gaswinning en zijn gevolgen voor de mensen, hun huizen en kerken. We willen immers zo min mogelijk terugkijken en ons vooral richten op de toekomst. Echter: nadat ik in de eerste dertig pagina’s had kennisgemaakt met de werkelijke bedoeling van dit prachtig geschreven boek – zijn gelaagdheid, zijn mooie thematiek rondom de hoofdpersoon, haar vriendin, vroegere vriendin, ouders en grootouders – kroop het boek me onder de huid. Om er tot het eind niet meer weg te gaan.
De ingrijpende gevolgen van de bevingen, met zijn scheuren in huizen en schade aan schilderingen, zijn een metafoor voor de scheuren in de ziel van de hoofdpersoon. Coby, aan het eind van het beklemmende boek: ‘Te onzeker om echt lief te hebben, te zwak om nog te strijden en te eigenwijs om te geloven. (…) Overschat, laf en overbodig – bij nader inzien mag dat op mijn grafsteen.’
Op aangrijpende wijze beschrijft de auteur wat in iemands diepste wezen kan gebeuren, wanneer – soms ‘toevallige’- omgevingsfactoren daartoe aanleiding kunnen zijn. Dick Laning beheerst als schrijver de taal dermate goed, dat hij de subtiliteiten van iemands werkelijke gedachten, dialogen, observaties, verdriet en herinneringen in ‘ingetogen zinnen en stromende passages’ weet vast te leggen. Bijvoorbeeld over hoe God god werd, hoe geliefden elkaar kunnen liefhebben én misverstaan, hoe rouw over een gestorven jeugdvriendin levenslang blijft schrijnen. Met het landschap als onderliggende drager.
Dick Laning komt de eer toe een meeslepend verhaal te hebben geschreven. Dat doet hij de ene keer in ‘trage, indringende taal’, de andere keer in wervelend taalgebruik, dat de liefhebber van mooi geschreven taal in vervoering kan brengen. Wat heeft hij bovendien een ruim bemeten woordenschat. Ik wens hem veel toegewijde lezers toe. Ze zullen naar ik vurig hoop, mijn enthousiasme delen: voor zijn meesterschap om in prachtig Nederlands een inhoudelijk gedegen levensverhaal te vertellen. Coby ontroert.
Het open einde aan het boek is een toe te juichen keuze. De lezer vult in en bepaalt.
(Op de foto het ontmantelde kerkje van Heveskes dat een symbolische rol speelt in het boek).